dinsdag 17 november 2009

Kafka


















Vandaag gaat Kafka naar het ziekenhuis voor de halfjaarlijkse controle, kwestie van een prikje en wat bloed in een buisje. Hij is net op tijd, neemt gehaast de lift naar niveau 0 en spoedt zich naar de longafdeling. Bij het meldpunt hangt een nieuw bordje: radiologie. De juffrouw achter de balie zegt dat de dokters in de long onlangs verhuisd zijn naar de vierde verdieping. ‘Shit’, mompelt Kafka, draait zich om en pakt de lift naar niveau 4.

Hij volgt de bordjes en treft twee vriendelijke medewerksters die hem vanachter hun balie meedelen dat het pasje van de zorgverzekeraar niet meer voldoet. Het ziekenhuis is namelijk overgestapt op een ander systeem, stickervellen. Die mag hij zelf ophalen bij de receptie beneden. ‘Gottegot’, verzucht Kafka, waarna hij de lift neemt naar niveau 1.

‘Kunt u zich legitimeren?’, vraagt een jonge vrouw vanachter een computerscherm. Hij laat het pasje van de zorgverzekeraar zien. ´Dat is niet rechtsgeldig, meneer,´ zegt deze handlangster van het zorgsysteem. ‘Heeft u geen rijbewijs of identiteitskaart?’ Ja, in zijn auto in de parkeergarage, twee hoog, achteraan geparkeerd. Kafka is te murw om te ageren. Gelaten doet hij wat het naamloze regime hem opdraagt.

Met vier andere slachtoffers voor zich ziet hij op de klok in de receptie dat hij al een kwartier te laat is voor zijn afspraak. De lift laat lang op zich wachten. Zijn frustratie verbijtend stapt hij in. ‘U bent nu op het vierde niveau’, meldt een zoetgevooisde computerstem. ‘Houd je bek joh’, galt Kafka, die enkele seconden later bij de balie leest dat de dames tot 13.00 uur lunchpauze houden.

Ongeïnteresseerd bladert hij door een beduimelde VIVA, een oude Elsevier en de Kampioen. Een kwartier later is hij aan de beurt. Zonder een woord te zeggen, gooit hij het stickervel op de balie in ruil voor het formulier waarop een aio in de long met potlood kruisjes heeft gezet.

Met de gang van een langgestrafte keert hij terug naar de lift, daalt af naar niveau 1, negeert de vrouwenstem en gaat naar de bloedbalie, waar hij nog eens tien minuten moet wachten op zuster Prik. ‘Wilt u hem in de linker- of de rechterarm?’ ‘Het maakt mij niet uit, prik me maar lek’, prevelt Kafka gelaten. Als zijn arm is afgebonden en de naald zijn ader raakt, hervindt hij zichzelf en citeert in gedachte: ‘It’s beneath my dignity to participate in life’. (Jack Kerouac)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten