maandag 26 oktober 2009

Verliefd















Vanochtend werd ik verliefd wakker. Niet tot over mijn oren zoals in mijn wilde jaren, wel met vlinders in mijn buik die overigens tijdens de ochtendplas in allerijl door het badkamerraam weg fladderden.

Deze maand droomde ik over drie verschillende vrouwen op wie ik verliefd werd na een tedere aanraking of een zachte zwoele kus. Zij namen het initiatief tot toenadering, heel verleidelijk en sensueel. Ik ken de dames niet, voor mij zijn het wildvreemden. Dat neemt niet weg dat ik met plezier de Don Juan uithing.

Merkwaardig, want ik heb op dit moment wel andere dingen aan mijn hoofd dan verliefd worden. Goede herinneringen aan mijn verliefdheden heb ik niet, negen van de tien keer liepen die uit op een klein drama. En waarom verschijnt Iris niet in mijn droomtheater, een studiegenoot die mij met haar glimlach charmeert? Wat zou Freud hiervan zeggen?

Vanavond vond ik al googelend een site over droomanalyse waarin dit verschijnsel wordt verklaard:

'Als je droomt dat je verliefd bent, kan dat een voorteken zijn dat je persoonlijke verlangens en heimelijke pleziertjes je in moeilijkheden kunnen brengen.
Als je droomt dat anderen in je droom verliefd zijn, geeft dat aan dat anderen je proberen over te halen tot pleziertjes die eigenlijk niet door de beugel kunnen.'

Ik las de regels als een onheilsprofetie uit het boek Jona. In mijn dromen ervaarde ik de prille romances als lieflijk en onschuldig. Nu voel ik me als de stiekemerd, met heimelijke pleziertjes, de vieze man uit Dronten die zichzelf nog tegenkomt. Mijn droomgeliefden verworden tot slettenbakken die mij overhalen tot perverse spelletjes. Daar krijg ik later spijt van. Double trouble dus. Larven waren het, geen vlinders.

En bedankt hè, Sigmund.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten